Start lisdoddenteelt
Eerste Friese veenboer start met lisdoddenteelt
Vernatting is een speerpunt van Het Goedland. Dat kan betekenen dat sommige plekken te moerassig worden voor het weiden van vee. Wat doe je dan met je kostbare grond?
Sjoerd en Douwe Miedema, eigenaars van agrarisch bedrijf De Nije Mieden, zijn de eerste boeren van Friesland die onderzoeken of het mogelijk is een verdienmodel te ontwikkelen uit lisdoddenteelt.
De lisdodde, ook wel stinksigaar genoemd, groeit goed op natte veengronden en heeft veel toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: als vervanging van veen in potgrond, als isolatiemateriaal in spouwmuren, of als plaatmateriaal voor de bouw. Het is dus een verkoopbaar product.
Fotografie: Janna van der Meer
Ecosysteem
De Miedema’s doen dit experiment in samenwerking met het Europese Interreg project Paludi & Markt en het Akkrumer Goedland.
Het is belangrijk verdienmodellen voor natte teelten te vinden, want er zijn veel redenen om het waterpeil in veengebieden te verhogen.
Droge veengrond oxideert. Het vervliegt, waardoor de grond “zakt”. Bij oxidatie komt bovendien het broeikasgas CO2 vrij. En dat willen we niet.
Daarnaast heeft een lage waterstand ook gevolgen voor het ecosysteem: veel dieren kunnen niet meer genoeg voedsel vinden.
Verdienmodel
De natuurwinst van het telen van lisdodde is aanzienlijk. Maar om het op grotere schaal te gaan toepassen, moeten het verdienmodel en de marktketen verder worden ontwikkeld. Ook vereist het verwerken van lisdodden een constante kwaliteit plantenmateriaal, wat nu nog lastig is. Verder kan ganzenvraat een probleem vormen in de beginfase.
De feestelijke startbijeenkomst van deze veldproef werd op 12 mei door veel belangstellenden bijgewoond. Zowel de Leeuwarder Courant als Vara's Vroege Vogels besteedden er aandacht aan.