De invloed van bodem en historie
Landschapsarchitect ir. Reinout Lindemans beschrijft het landschap en de grond waarop Akkrum en het Akkrumer Goedland zijn gebouwd.
De invloed van bodem en historie
“Het is belangrijk om te weten waar vroeger beekjes liepen. Hoe gebouwen en beplanting in het landschap staan. Waarom sloten en dijken liggen, zoals ze liggen en hoe dat met elkaar functioneert. Zowel nu als in vroegere tijden.”
Landschapsarchitect ir. Reinout Lindemans beschrijft het landschap en de grond waarop Akkrum en het Akkrumer Goedland zijn gebouwd. Ook vertelt hij over de ontstaansgeschiedenis. Zijn doel daarbij is om handvatten te bieden. Zodat plannen kunnen aansluiten bij de kenmerken van ons landschap. De boodschap van Reinout: “Wees zuinig op de eigenheid van dit bijzondere gebied!”
Wat wil het Akkrumer Goedland met de bodem?
Reinout: "Landgoed Akkrumer Goedland is een initiatief van een groep agrariërs en ondernemers uit Akkrum en omgeving. Zij omschrijven hun doel als: “Toekomstbestendig ondernemen, door zuinig te zijn op onze veenbodem en ons in te zetten voor een mooi en gezond Akkrum.” De genoemde veenbodem heeft vanwege de CO2-uitstoot en klimaatverandering een hoofdrol in de toekomstige plannen. Behoud van het veen draagt direct bij aan het verminderen van die CO2-uitstoot en daarmee het behalen van de klimaatdoelen. In het verhaal van het landschap speelt het veen een belangrijke rol, maar zeker niet als enige!”
Waar ligt het Akkrumer Goedland precies?
“Het Akkrumer Goedland ligt ten zuiden van Akkrum. Het betreft het gebied tussen de bebouwing van Akkrum, de spoorlijn Heerenveen – Leeuwarden, de Meinesloot en de vaarten het Henhuister Deel en het Deel. Het gebied bestaat uit de polders Trijegreppel, een gedeelte van de Polslootpolder en de polder Sythuzen.”
Hoe ziet het landschap er nu uit?
“Het landschap rond Akkrum wordt doorsneden door moderne infrastructuur. Denk aan het spoor, de Provinciale weg, de Rijkssnelweg aan de oostzijde van het gebied en de vaarroute via It Diel aan de westzijde. Dwars door het gebied lopen bovendien bovengrondse hoogspanningskabeltracés en een ondergrondse regionale gastransportleiding.Beide zijn zichtbaar in het landschap en beide hebben effect op toekomstige ontwikkelingen.”
Hoe past de watersport hierin?
“De ligging van Akkrum maakt het tot een opmerkelijk watersportdorp. Waar plaatsen als Heeg, Sneek en Lemmer aan grote open meren liggen, ligt Akkrum aan een bescheiden, rustig meanderend riviertje. Recreatie op het water begint altijd met een tocht door het landschap. Het landschap is daarmee onderdeel van de recreatieve ervaring. Akkrumer Goedland vormt de zuidelijke rand van Akkrum langs het water en is onderdeel van de route naar meer open water.”
Hoe past Het Goedland in de structuurvisie van de provincie Fryslân?
“In het beschreven gebied van Akkrumer Goedland komen veel van de kenmerkende aspecten van een beekdallandschap terug, zoals die door de provincie Fryslân beschreven zijn in de structuurvisie “Grutsk op ´e Romte”. Daarbij gaat het niet om een vorm van romantische schoonheid, maar om de hoofdlijnen, de structuur van het landschap. De theorie hierachter is, dat door in te spelen op die hoofdlijnen, de eigenheid en herkenbaarheid van dit landschap behouden kunnen blijven.”
Hoe ligt Akkrum in het landschap?
“Akkrum ligt op een fascinerende plek in het landschap, aan de rivier de Boarn en op de overgang van klei naar veen. Akkrum is ontstaan op een hogere plek of terp aan de rivier de Boarn. Via de Boarn kon water vanuit de grote veengebieden ten zuidoosten van Akkrum richting de Middelzee stromen. Via dezelfde weg kon zeewater vanuit noordwestelijke richting ook vanuit de Middelzee richting de veengebieden stromen. Het zeeniveau is geen statisch gegeven, ook in het verleden niet. Perioden met een dalend zeeniveau zijn in het verleden afgewisseld met perioden met een stijgend zeeniveau. Dit is in de bodemopbouw van het landschap rond Akkrum goed te merken in een opeenstapeling van lagen veen en klei.”
Hoe is dat zo gekomen?
“De plek waar Akkrum ligt, is van nature hoger dan het omringende gebied. Zandkorrels zijn groter en zwaarder dan kleideeltjes. Daarom is het zand het dichtst bij de Boarn afgezet. De lichtste deeltjes, de kleideeltjes, zijn verder van de rivier terechtgekomen, wanneer het water tot rust kwam. De veenlaag werd steeds dunner. Oorzaken: het gewicht van de klei die op het veen drukt en oxidatie van veen aan de oppervlakte. Die oxidatie nam bovendien toe door ontginning. Het gevolg is dat de lage, zandige delen langs het water nu de hoge delen in het gebied zijn geworden.”
Welke rivieren speelden een rol?
“Voor de ontginning van het veen was de Boarn niet de enige stroom hier in de buurt. Tussen Akkrum en Aldeboarn splitste zich ter hoogte van de Oude Wetering een kleiner stroompje af, van de Boarn richting het zuiden: de Lits. Het principe van hoge delen langs het water en lagere delen verder van de beek af, herhaalt zich hier in het klein. De hogere rug ligt rond de Van Sminiawei. Het kronkelende tracé van de weg volgt de hoge delen van het landschap.Daarmee is het landschap van voor de ontginning op hoofdlijnen compleet: de Boarn met de zijtak de Lits in een overgangszone van land naar zee. Langs de waterlopen ontstaan hogere ruggen die geschikter zijn voor bewoning dan de lagere vlakten van klei en veen verder van de Boarn en Lits.”
Over welke landschapstypen beschikt het Akkrumer Goedland?
“Akkrumer Goedland ligt hoofdzakelijk in het “Beekdal van de Boorne”, maar het westelijke deel van polder Trijegreppel valt onder “Klei-op-veengebied Sneek” en het zuidelijke gedeelte van de polder Trijegreppel valt in het type “Veenweidegebied rond de grote Meren”. Vrijwel overal in het gebied ligt klei aan de oppervlakte, maar de dikte van die bovenste laag varieert. Daarnaast ligt “Akkrumer Goedland” in drie verschillende landschapstypen. Het gebied vormt een overgang van het beekdal naar omringende gebieden.”
Hoe hebben de eerste bewoners dit moerasgebied ontgonnen?
“De eerste bewoners zijn begonnen met de ontginning van de lagere delen. Deze lagen veelal haaks op de rivier of beek. Akkrum ligt aan de buitenzijde van een bocht in de Boarn. Deze ligging heeft geleid tot een patroon van sloten die doet denken aan de spaken van een wiel. Hieraan zie je dat de ontginning, vanuit Akkrum, is uitgewaaierd over het lagere gebied. Het slotenpatroon van polder Trijegreppel is hier een duidelijk voorbeeld van. De verkaveling van de twee zuidelijke polders is hoofdzakelijk beïnvloed door de ligging van de Lits.”
Wat was de invloed van de bestuurlijke indeling op het landschap?
“De bestuurlijke indeling in grietenijen in de tijd van de ontginningen heeft invloed op de manier waarop de ontginning is uitgevoerd. Je ziet dit terug in de verkavelingspatronen van de polders.Oorspronkelijk waren de polders ten noorden van de Nije Skou onderdeel van Utingeradiel. De polder Sythuzen was onderdeel van Haskerland. Op sommige plekken is nog duidelijk zichtbaar dat de verkaveling ten noorden van It Diel naadloos aansluit op de verkaveling ten zuiden van de vaart. Hetzelfde geldt voor de sloten ten noorden van de spoorlijn. Zowel It Diel, als de spoorlijn zijn later aangelegd en trekken zich weinig aan van de oude bestuurlijke grenzen. Ze doorsnijden de landschappelijke patronen.”
Wat was de invloed van het watermanagement?
“Het graven van sloten in combinatie met het verzanden en bedijken van de Middelzee leidde tot verstoring van de natuurlijke afwatering van het veengebied. Daarom ging men hier dijken aanleggen en bemalen. Zo ontstonden polders.In het geval van het Akkrumer Goedland betreft het een aantal verschillende polders. De meest noordelijke is de polder Trijegreppel tussen Meinesleat en Djipsleat/Polsleat. Tussen de Djipsleat /Polsleat en de kade Nije Skou ligt de polder De Marren, later Polslootpolder genoemd op de topografische kaart. Tot slot de meest zuidelijke polder tussen It Diel en de spoorlijn: Polder Sythuzen, genoemd naar een cluster bebouwing aan de oostzijde van de spoorlijn.De Polder Trijegreppel was in eerste instantie niet tot aan het Henhuister Deel bedijkt, een deel was boezemland dat ´s winters kon overstromen. De huidige bedijking aan de zuidzijde is een moderne ingreep. Daarnaast liep het Akkrumer Rak door in de polder Trijegreppel, in het verlengde van het huidige Akkrumer Rak.”
Is dit een open landschap?
“Het landschap rond Akkrum is over het algemeen een open landschap. Niet alle delen van het landschap zijn echter even open. Van oudsher zijn de hogere ruggen langs de Boarn (en Lits) intensiever bewoond, dan de lage gebieden eromheen. De bewoonbaarheid van sommige delen van die ruggen is door aanleg van terpen verbeterd. Daardoor zie je verschil tussen het gebied aan de Boarn, het beekdal en het gebied verder van de rivier af. Het dal van de rivier heeft relatief meer bebouwing en begroeiing.”
Hoe wordt dit landschap bewoond?
“De veen- en klei-op-veengebieden worden gekenmerkt door een grootschalige openheid. De huidige ligging van boerderijen in de polders is het gevolg van ruilverkaveling na de oorlog. Oudere boerderijen liggen over het algemeen op, of bij een van de hogere ruggen en terpen.Dit heeft geleid tot polders, waarbij de bebouwing en beplanting geclusterd is aan de randen. Alleen in de polder Trijegreppel ligt de nieuwe boerderij midden in de openheid van de polder.”
Hoe is het zicht in de polders?
“Je kunt hier overal ver kijken en vanaf de rand van Akkrum gezien, loopt de openheid achter (ten westen van) de polder Trijegreppel ver door. Dit betreft het veenweidegebied richting Terkaple, de Terkaplester Poelen en de polder Meinesloot – Akkrumer Rak. Het landschap loopt door, tot een lage rand van bebouwing en bomen in de verte. ´s Avonds zijn in het donker zelfs de lichtjes boven op de windturbines bij Urk aan de horizon te zien. De andere twee polders kun je vanaf de Feansterdyk en de Nije Skou overzien. Verder zijn ze niet toegankelijk. Beide wegen zijn dijken, waardoor men hoog staat en over de polder kijkt. Aan de overzijde van It Diel liggen ruilverkaveling boerderijen met erfbeplanting in de Haskerveenpolder. Dit zorgt voor een halfopen landschap: de polders op de voorgrond, met daarachter de beplante erven in de Haskerveenpolder, die het uitzicht op de horizon richting Joure beperken. Aan de oostzijde van de Feansterdyk staat een dichte beplanting tussen de Feansterdyk, spoorlijn, Alde Rykswei en de Rijkssnelweg A 32. Daardoor is er vanaf de Feansterdyk nauwelijks beleving van het landschap ten oosten van de A32 mogelijk en vormt de beplante omgeving van de Feansterdyk een groot contrast met de verder lege polder.”
Hoe zit het met rust en toegankelijkheid?
“Het “Akkrumer Goedland” wordt niet doorsneden door doorgaande routes. Zowel op land als vanaf het water is het gebied toegankelijk via doodlopende `inprikkers´.´s Zomers is de fietsroute via het pontje bij de Nije Skou hierop een uitzondering. Beide polders hebben als recreatief uitloopgebied lokaal betekenis, mede dankzij de ligging van Akkrumer Goedland buiten de drukte van de doorgaande routes, de Ulbe Twijnstrawei (de rondweg) en It Patroan / Alde Rykswei.De Polsleat beperkt de toegankelijkheid vanaf het land. Door de brede vaart is er geen verbinding of landroute tussen de polder Trijegreppel en de Polsleatpolder / Sythuzen. Vanaf het land vormen de delen van het Akkrumer Goedland twee gebieden, zowel ruimtelijk als functioneel.”
En vanaf het water?
“Vanaf het water gezien, is er wel een eenheid. De beleving vanaf het water is hoofdzakelijk in de lengterichting van It Diel, haaks op de beleving vanaf de wegen Feansterdyk en Ulbe Twijnstrawei, ononderbroken door de Polsleat. Vooral ́s zomers zullen veel mensen Akkrumer Goedland op deze manier zien. Er liggen Marrekrite ligplaatsen in het Akkrumer Rak aan de kade van de Haskerveenpolder. Zeker vanaf de kade, is er vrij zicht op een groot deel van Akkrumer Goedland, met Akkrum op de achtergrond.”